maandag 29 oktober 2012

F. Bordewijk - Karakter Stromingsverslag


A.      Algemene informatie
Auteur: Ferdinand Bordewijk
Titel: Karakter
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van eerste uitgave: 1938
Jaar van gelezen uitgave: Niet nader gespecificeerd, uitgegeven door Kroonlijsters met een licentie van Nijgh & Van Ditmar.
Aantal pagina’s: 288
                Genre: Bildungsroman

Samenvatting
De hoofdpersoon van Karakter, Jacob Willem Katadreuffe, wordt geboren in Rotterdam, rond kerst. Zijn moeder was vroeger dienstbode bij de gevreesde deurwaarder Dreverhaven, van wie zij zwanger raakt. Na de keizersnede is ze erg verzwakt. Joba weigert vervolgens zowel Dreverhavens huwelijksaanzoek als zijn maandelijkse financiële ondersteuning; zoals ze ook het aanzoek van schipper Hein afwijst. De eerste jaren zijn armoedig maar Joba doet alles om rond te komen. Na de lagere school heeft Katadreuffe allerlei baantjes, is een tijdje werkeloos en leest hij regelmatig in degelijke lectuur. Joba voorziet in haar levensonderhoud met opvallend en modern handwerk dat bij de kopers in de smaak valt. Als commensaal heeft ze een communistische machinebankwerker in huis genomen die ruzie heeft met zijn ouders over een meisje. Hij zal een trouwe vriend van Katadreuffe worden.

Met een voorschot van een woekerbankje koopt Katadreuffe een sigarenzaakje in Den Haag. Het wordt niets en de Rotterdamse woekerbank vraagt zijn faillissement aan. In verband hiermee heeft Katadreuffe een gesprek op het advocatenkantoor van Stroomkoning met zijn curator De Gankelaar. Tijdens het wachten beseft Katadreuffe dat hij niets weet en besluit hij in dit kantoor aan zijn carrière te gaan werken. Het lukt hem om De Gankelaar zover te krijgen dat die hem een baantje bezorgt. Hier ziet hij ook voor het eerst zijn vader. Katadreuffe krijgt een kamer bij Stroomkonings conciërge Graanoogst en voelt zich daar depressief, maar in zijn werk overtreft hij De Gankelaars verwachtingen. Hij leert het kantoor kennen en bureauchef Rentenstein vertelt hem een prachtig verhaal over hoe de samenwerking tussen Dreverhaven en Stroomkoning tot stand is gekomen: de beslaglegging op een Italiaanse boot.
Dreverhaven is iemand die zich op het randje van de wet begeeft. Op een slimme manier laat hij zijn twee lampenwinkeltjes met elkaar concurreren. In de loop van de jaren wordt de deurwaarder steeds meedogenlozer en hij provoceert zijn klanten. Zijn zoon overhandigt hij zelfs een mes, als deze tekeergaat vanwege het tweede faillissement dat Dreverhaven heeft aangevraagd. Dat faillissement wordt door Stroomkoning mild opgenomen.
Op Lieske, Graanoogsts dienstbode en op de typiste Sibculo, die beiden verliefd op Katadreuffe zijn geworden, reageert Katadreuffe geïrriteerd; slechts Stroomkonings secretaresse Te George interesseert hem.
Er is een opstand in Rotterdam en Dreverhaven zet, geholpen door zijn twee angstaanjagende assistenten, met plezier een gezin uit huis. Katadreuffe vervreemdt langzaam van het volk. Als hij Stroomkoning in een chique restaurant moet opzoeken, herinnert hij zich het visioen van de vijf zonnen bij de ingang van het kantoor: nu is hijzelf de zesde. In ieder geval volgt hij Rentenstein op als chef wanneer diens fraude wordt ontdekt.
Vlak voordat Katadreuffe zijn staatsexamen haalt, eist Dreverhaven dat hij de schuld aan hem voldoet. Een derde faillissement gaat niet door, wel raakt Katadreuffe oververmoeid. Bij het vieren van het examen houdt hij een toespraak voor zijn collegae over het ontdekken van je gaven en het vooruitkomen. Als Te George afscheid van hem neemt is dit geladen met het besef dat Katadreuffe voor zijn carrière kiest. Te George neemt ontslag en de echtgenote van Stroomkoning signaleert het verband met Katadreuffe. Snel volgen er verdere veranderingen onder het personeel: Piaat sterft en De Gankelaar vertrekt naar Indië. Katadreuffe haalt in een jaar zijn kandidaats rechten.
Met de gezondheid van Joba gaat het achteruit en ze weigert weer een aanzoek van Dreverhaven. Hij vertelt haar dat hij hun zoon voor zijn negentiende zal 'wurgen', maar dat het restje hem groot zal maken. Zelf raakt de deurwaarder in de problemen. In een gril zet hij alle huurders van zijn kantoor op straat.
Hij begint Stroomkoning te waarderen op wiens jubileum advocate Kalvelage een flitsende speech houdt. Stroomkonings kinderen hebben iets decadents. Later op de avond gaat men uit in Den Haag, waarbij Katadreuffe zich ongemakkelijk voelt. Als hij vlak voor zijn doctoraal Te George in het park ontmoet, zegt hij haar nooit met een ander te zullen trouwen. Zijn moeder, die vlakbij zat, noemt hem een ezel. Nadat hij is afgestudeerd vraagt Katadreuffe Rentenstein als zijn opvolger terug.
Zijn vader maakt via zijn advocaat, Mr. Shuwagt, bezwaar tegen Jacobs toelating als advocaat. Dit bezwaar wordt afgewezen en Jacob Katadreuffe wordt beedigd als advocaat. Nadien bezoekt hij voor de laatste keer zijn vader om hem te vertellen dat het hem niet gelukt is hem klein te krijgen en dat Jacob hem niet meer erkent als zijn vader of als wat dan ook, hij bestaat niet meer voor hem. Zijn vader zegt hem echter dat hij hem niet heeft tegengewerkt, maar heeft meegewerkt.
Thuis bij zijn moeder vindt hij haar testament en ziet daarin dat zijn vader hem elke maand geld heeft geschonken, dat hij ontvangt bij het overlijden van zijn moeder. Hij ziet in dat zijn vader hem toch niet alleen heeft tegengewerkt.

Verwerkingsopdrachten
A/B.
·         De literatuur van de Nieuwe Zakelijkheid kenmerkt zich vooral door een koele, beschouwende houding van de verteller.
o   Over het bureau, naar de jongen toe, schoof hij een groot geopend dolkmes. Zijn oog schitterde nu plotseling van nieuwsgierigheid . Katadreuffe nam het werktuigelijk, toen eensklaps begreep hij, en blind van razernij stiet hij het met zijn volle kracht in het tafelblad. ‘Daar! Een ploert bent u, een ploert! Als een dolleman stormde hij het huis uit. Met een magistrale kalmte trok de vader het mes uit het hout. Het kon tegen een stoot, het was ongeschonden.
Bladzijde 106.

Je ziet hier dat de verteller toch afstandelijk blijft. Er wordt voorzichtig met de woorden omgesprongen. Er is geen ‘Hij schoof het geopende dolkmes naar hem toe. Katadreuffe wist even niet wat hij moest, maar spoedig begreep hij de intentie. Steek hem nu neer, of niet?’
Het is sowieso lastig om je als verteller meer te betrekken tot de hoofdpersoon zonder direct tot de hoofdpersoon toe te spreken.

·         De schrijvers uit de Nieuwe Zakelijkheid waren gekant tegen de vormexperimenten van hun voorgangers. In de literatuur ging het niet om de vorm, maar om de inhoud: wast gezegd wordt, moet ‘gewoon’ gezegd worden. De literatuur krijgt hierdoor eerder een documentair karakter.
o   Hij verhuisde met de kleine have van zijn kabinet naar Den Haag. De affaire werd een fiasco. Van zakendoen had hij niet het minste verstand. Het sigarenzaakje mocht onder de vorige exploitant niet eens verlopen heten, het had eenvoudige nooit enige loop bezeten. Het lag hoogst ongelukkig in een winkelstraat van een arme buurt bij de vissershaven. De vissersbevolking die had moeten vertrekken om de sanering van het krottenconglomeraat in het oude Scheveningen woonde nu in die buurt. De straat telde al twee sigarenwinkels die er heel wat beter uitzagen dan de zijne.’

De verzonnen woorden en verdraaide zinnen uit het expressionisme komen in de Nieuwe Zakelijkheid niet meer terug.  De taal werd weer gewoon.  Ook is de tijd in het verhaal heel simpel. Het is namelijk bijna compleet chronologisch.

·         De nieuw-zakelijke literatuur was een kritische literatuur, vooral ten opzichte van het toen opkomende fascisme.
o   Kritiek op het fascisme komt hier niet echt duidelijk voor. Kritiek op het communisme is er in indirecte zin weer wel, zij het in beperkte mate. Katadreuffe ’s beste vriend, Jan Maan is communistisch. Naar mate het boek vordert gaat Jan Maan steeds meer op in zijn ideologie. Jan Maan is echter geen slecht mens. Hij is een uitstekend machinebankwerker en goede vriend. Hij heeft in de zoveel tijd weer een nieuwe vriendin, de ex-vriendin laat hij altijd goed achter; met enige financiële hulp om haar te helpen. Ook is Katadreuffe erg blij met Jan Maan omdat hij degene is die Jacoba gezelschap biedt en haar financieel steunt door bij haar te wonen. Jan Maan komt in tegenstelling tot Katadreuffe echter niet ver. Hij is werkbankwerker en komt niet verder. Hij werd vanwege zijn ideologie regelmatig ontslagen.  

·         J.C Bloem: ‘Niet de vorm, maar de vent’. De vent is de fatsoenlijke, oprechte mens, die tegen elke vorm van barbarij is.
Du Perron: ‘de smalle mens’, die zich staande moest houden tussen de krachten van fascisme en communisme.
Zij bewonderden grote individualisten die hun eigen weg gingen, desnoods dwars tegen de heersende opinies en stromingen in.

o   ‘Katadreuffe deed die middag zijn werk als vanouds. Niemand van het personeel wist iets, hijzelf had het briefje gevonden, hij haalde nog steeds de post uit de bus, en nog steeds werd deze geopend door juffrouw te George die Stroomkonings correspondentie apart hield, terwijl Katadreuffe de rest verdeelde. De medewerkers zouden van het geval mogen weten onder belofte van geheimhouding. Stroomkoning zelf natuurlijk eveneens, maar van het personeel niemand.’
Bladzijde 193

Deze passage komt direct nadat voor de derde keer het faillissement voor Jacob Katadreuffe was aangevraagd en vervolgens was verworpen. Hij voelde zich schuldig omdat hij onverwachts toch meer schulden had dan hij had gedacht en dat advocaat Carlion hem had moeten bijstaan zodat hij niet alsnog failliet werd verklaard. Katadreuffe is heel trots, hij wilt bij niemand schulden hebben en juist op zijn eigen benen kunnen staan.

Katadreuffe is niet alleen trots. Hij is ook een zeer behouden jongeman. Zijn enige geweldsconflict komt uit zijn vroege jeugd en dat is er maar één. Hij wilt graag behoren tot de klasse van hooggeplaatste heren, hij wilt écht fatsoenlijk worden.

Katadreuffe laat zich ook zien als die individu die zijn eigen weg gaat. Hij had ervoor kunnen besluiten om in de boekhandel te blijven werken, maar dat deed hij niet. In plaats daarvan werkt hij zich op van eenvoudig administratief medewerker tot advocaat. Dit doet hij met grote wilskracht en eigen initiatief.

C.

Voornamelijk qua vorm kan Karakter zonder twijfel aan de Nieuwe Zakelijkheid worden toegeschreven. De taal is makkelijk, voor iedereen te begrijpen. Ook is de verheerlijking van het sterke individu sterk aanwezig in het boek. Katadreuffe is tenslotte degene die zijn eigen weg heeft gevolgd. Hij heeft zich ontwricht van zijn lagere stand en zich vervolgens opgewerkt tot advocaat.
De kritiek ten opzichte van het fascisme lijkt echter niet of amper aanwezig te zijn. Indirect is er wel enige kritiek op het communisme, maar niks concreets. Het gebrek aan sterke kritiek zou dus een punt kunnen zijn om dit werk niet tot de Nieuwe Zakelijkheid te rekenen. Toch zou ik het zelf wel tot de Nieuwe Zakelijkheid blijven rekenen. Het gebrek aan sterke kritiek weegt niet op tegen de andere punten om het werk wel bij de Nieuwe Zakelijkheid te rekenen.

 Bronvermelding:
Samenvatting: http://www.scholieren.com/boekverslag/41076
Informatie over Nieuwe Zakelijkheid:
·         Nederlandse letterkunde 1880-1945. Bladzijde 46 en 47.
Informatie over de andere stromingen komen ook uit dit boek voort.

2 opmerkingen:

  1. Goed dat je je blog op tijd op orde hebt. Ik kan zien dat je er veel werk in hebt gestopt. Door dit te lezen is voor mij de term 'nieuwe zakelijkheid' een stuk duidelijker, dankjewel. In de samenvatting staan enkele spellingsfouten en fouten in het enkelvoud en meervoud. Ik ga er vanuit dat je de samenvatting van het internet hebt dus die fouten heb je niet zelf gemaakt maar het is wel een goede zaak om de samenvatting eerst goed te controleren voor je deze op je blog zet en dus als dat nodig is aan te passen. Ik vind het jammer dat deze verwerkingsopdracht geen ruimte biedt voor je eigen mening. Wat vond je van het boek? Zou je het andere mensen aanraden? Ik vind het niet nodig dat je je tekst herschrijft maar om het de volgende keer nog beter te doen zou ik dus iets oplettender omspringen met de spelling. Al met al een goede verwerkingsopdracht.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Lucas,

    Aangezien mijn boek 'Bint' ook door Bordewijk geschreven is en dus ook uit 'de nieuwe zakelijkheid' komt, lijkt mijn verslag van Bint veel op het jouwe. Je hebt de stroming prima uitgelegd met citaten en karakters uit het verhaal, dus op dat gedeelte valt weinig aan te merken. Het enige aanmerkingspuntje is dat je wat over de geschiedenis achter de nieuwe zakelijkheid had kunnen vertellen, maar ik weet niet of dit persé nodig was bij deze opdracht.

    In de samenvatting, zoals Wilke al zei, staan wat grammaticale foutjes, maar ach, die heb je niet zelf geschreven.

    Ten slotte zou ik zelf de zin 'Het gebrek aan sterke kritiek zou dus een punt kunnen zijn om dit werk niet tot de Nieuwe Zakelijkheid te rekenen.' weg laten uit het verslag, dit laat de lezer twijfelen en dat wil je niet hebben als je hem of haar juist probeert te overtuigen. Maar dat is mijn eigen mening. Het is een prima verslag verder en je hebt er zo te zien veel werk in gestoken.

    Dion

    BeantwoordenVerwijderen